Succesverhalen vrijwilligerswerk

27 februari 2025 ·

Hier vindt u diverse interviews met vrijwilligers die werkzaam zijn bij verschillende organisaties. Hopelijk inspireren deze berichten u bij het zoeken naar een energieke, passende vrijwillgersplek!

CMWW introduceert: vrijwilligersblog Helpende Handen

 

Hoe zou een wereld eruit zien zonder vrijwilligerswerk?
Alle vrijwilligers zijn immers stuk voor stuk harde werkers die graag iets voor een ander willen betekenen.

Iedere vrijwilliger heeft een eigen verhaal achter hun keuze voor het vrijwilligerswerk dat ze doen. En wij bij CMWW waren harstikke benieuwd naar alle verhalen en ervaringen die de vrijwilligers om ons heen met ons kunnen delen. Om die reden hebben wij in 2021 – dat nationaal was uitgeroepen tot het Jaar van de Vrijwillige Inzet – iedere maand iemand geïnterviewd die óf vrijwilligerswerk doet binnen Brunssum of zelf uit Brunssum komt en vrijwilligerswerk doet buiten de gemeente.

Want binnen Brunssum is er ongelofelijk veel leuk, inspirerend en mooi vrijwilligerswerk te vinden. Van het bieden van een luisterend oor, het helpen met belastinginvullingen, bestuurslid worden van een vereniging die de te gekste activiteiten bedenkt tot het verzorgen van het groen in de buurt- en speeltuinen. En ook buiten Brunssum is er allerlei mooi vrijwilligerswerk te vinden, waar menig inwoner van Brunssum als vrijwilliger aan de slag gaat om anderen een hart onder de riem te steken. Kortom, overal waar je kijkt kun je de voetafdruk van die stille, maar krachtige, vrijwilligers terug vinden.

Benieuwd naar alle verhalen die zij te vertellen hebben?Scroll dan naar beneden en lees lekker weg met een (of meerdere!) van de interviews die in dit boekje te vinden zijn.



Vrijwilligersblog 1: Vrijwilligerswerk bij het AZC in Heerlen

Het verhaal van Kelly

 

Hoe ziet je vrijwilligerswerk eruit?

“Het is met name veel ondersteunen. Kinderen in de gaten houden en met ze meedoen, dat voornamelijk. De kinderen motiveren. Er zijn ook kinderen met trauma’s, dus sommige momenten zijn wat lastig en sommige kinderen hebben soms wat meer aandacht nodig. In dit werk zie je de diversiteit tussen de kinderen bij wat ze nodig hebben.”


Hoe ben je bij dit vrijwilligerswerk terecht gekomen?

“Bij mij op school kregen mensen die in het AZC woonden Nederlands-les. En iedereen was een beetje tegen hen en ik was de enige die echt met hen omging en aan hun kant stond. Dus zij hebben mij verteld over het AZC en vertelden ‘We gaan altijd naar De Vrolijkheid’. Dus ik had gevraagd wat dat was en had het zelf ook opgezocht. En zo kwam ik bij hun facebook terecht en heb ik hen een berichtje gestuurd. Maar ik was toen pas vijftien. Nog nooit met de bus gereisd, dus dat was allemaal wat lastig. Toen ik zeventien was ben ik uiteindelijk gestopt met het MBO en ben ik dezelfde week nog bij hen aan de slag gegaan als vrijwilliger. En dat doe ik nu al zo’n drieënhalf  jaar.”

 

Wat vind je het allerleukste aan je werk?

“Ik denk toch wel dat iedereen gewoon samen komt. Dat er gewoon geen onderscheid wordt gemaakt tussen waar je vandaan komt, wat voor taal je spreekt. Iedereen komt gewoon samen en kunst is ook een middel om te communiceren. Dus je hoeft de taal ook niet te spreken. Ik denk dat dat wel het mooie is aan het werk.”

 

Heb je een voorbeeld van een project dat je uitgevoerd hebt?

“We hebben bijvoorbeeld een eigen magazine gemaakt waarin iedereen van de jongeren hun eigen verhalen konden vertellen. En ik ben nu dan ook mijn eigen project aan het leiden.”

Razend enthousiast vroegen wij Kelly natuurlijk hoe haar project eruit ziet. Ze barst vol passie los: “Het is een fashion-project. Daarin wordt witte kleding bewerkt met eigen patronen van een eigen gemaakte design. Het is met name geïnspireerd door Afrikaanse stijlen, Henna of Mandala en eigenlijk is het iets wat iedereen ook gewoon kan doen. Bij het project was het ook heel mooi om te zien dat mensen begonnen en zeiden van ‘ja, ik kan niet tekenen’ en uiteindelijk waren diegenen de mensen die niet meer wilden stoppen!”

Kelly geeft aan dat haar project een groot succes is en zelfs landelijk uitgevoerd zal worden. “En nu gaat het project waarschijnlijk ook landelijk worden. Er zijn al veel AZC’s waarbij ze het Fashion-project nu ook gaan doen. En zij willen dat ik het project dan ook daar kom geven. Dus nu ben ik eigenlijk aan het werken vanuit vrijwilliger ook naar workshopleider. En dat zou betekenen dat ik dan ook in andere AZC’s aan de slag zal gaan. Op dit moment zijn er veel AZC’s die mijn projecten willen, van Drachten tot Rotterdam, echt overal!”

 

Wat is het leukste dat je hebt meegemaakt tijdens je werk?

“Wat me altijd bijblijft is van december 2018. Toen hadden we een grote groep, voornamelijk mensen uit Syrië. We hadden toen met één iemand gesproken, op het terrein, een jonge jongen, om te kijken of hij eens wilde meedoen aan onze activiteiten. ‘Neem wat vrienden mee, en kom maar eens kijken’. En even later kwam die jongen dus, met een groep van 13/14 man, allemaal Afrikaanse jongens die heel goed konden drummen. Op gegeven moment zaten we toen met veertig, bijna vijftig, man in een ruimte en iedereen was gewoon samen muziek aan het maken! En dat was op gegeven moment elke week gewoon zo. Het was een hechte groep geworden en het maakte niets uit waar je vandaan kwam. Er was zelfs een gehandicapte jongen bij die steeds in het verkeerde ritme sloeg. En toen zei iemand ‘stop’ en gingen ze erna op zijn beat af.  Dat kwam zo mooi samen.”


Heb je nog tips voor mensen die aan het twijfelen zijn of nadenken zijn over vrijwilligerswerk?

“Ik zou zeggen: vooral doen. Je kunt er zo veel uit halen, je kunt er zo veel leren en je kunt echt ontdekken wie je zelf bent. Voor mij is het echte hetgeen geweest waardoor ik gegroeid ben. Ik wilde eigenlijk gewoon een tussenjaar nemen van school en mezelf een beetje ontdekken en dat heb ik hier echt wel gewoon kunnen doen. Ik weet echt wie ik nu ben en wat ik ook wil. Ik had niet gedacht, toen ik ermee begon, dat ik bijvoorbeeld projecten door het hele land zou geven! Als je aan het werk bent en je hebt weer een dag erop zitten, dan ga je met zo’n goed gevoel naar huis. Er is geen bedrag voor te betalen eigenlijk. Gewoon al wat je met die kinderen en die jongeren doet. Je ziet gewoon hoe belangrijk ons werk is, daar wordt je constant aan herinnerd. Het is gewoon heel belangrijk, een lach op hun gezicht brengen.”

 

 

Vrijwilligersblog 2: Vrijwilligerswerk bij de Vrijwilligerscentrale

Het verhaal van Elly en Margret

 

Hoe ziet jullie vrijwilligerswerk eruit?

Elly en Margret bemannen momenteel de vrijwilligerscentrale in Brunssum. De vrijwilligerscentrale is te vergelijken met een uitzendbureau, maar dan voor vrijwilligerswerk. Aan de ene kant plaatsen en beheren ze vrijwilligersvacatures van bedrijven en organisaties op de website van het CMWW zodat vrijwilligers die interesse erin hebben erop kunnen reageren. Daarnaast voeren ze intake gesprekken met vrijwilligers om na te gaan waar de interesses liggen. Ze bemiddelen desgewenst de vrijwilliger door te koppelen aan voor hem/haar passend vrijwilligerswerk. De reden dat ze de vrijwilligers uitnodigen voor een persoonlijke intake is belangrijk. Zo kunnen ze zien wie de vrijwilliger is en omgekeerd. De vrijwilligerscentrale is ook het ‘ doorgeefluik’ naar de organisatie toe. En tevens ook het visitekaartje voor de organisatie of instantie die om een vrijwilliger vraagt.

Elly: “Mensen komen hier vaak schouderophalend: ‘ik weet niet wat ik moet doen met mijn vrije tijd, ik ben zoekende’. Samen gaan we op zoek naar hun vaardigheden en interesses.

Het is fijn als je mensen dan weer de weg kunt wijzen naar een zinvolle invulling van hun dagen waarbij ze tegelijk iets voor anderen betekenen.”

Margret: “Daardoor voelen mensen zich weer gewaardeerd en gezien. Wij zien regelmatig mensen groeien en opbloeien door het vrijwilligerswerk! En dat is voor ons dan ook heel fijn om hieraan te mogen bijdragen.”

Elly: “ Het is wel relevant dat je de juiste keuzes maakt. Daarbij helpen en ondersteunen we de vrijwilliger. We onderzoeken samen waar interesses liggen; wat ze gedaan hebben; wat ze nou eigenlijk echt zoeken. ‘’

Margret: “En dat is eigenlijk de insteek van de vrijwilligerscentrale. Niet zomaar ‘hier is een vacature en ga maar’. Het gaat ons er juist om de mens achter de mens en de vacature achter de vacature te leren kennen en van daaruit de juiste combinatie te maken. Want ook voor de organisatie is het belangrijk een passende vrijwilliger te vinden die geschikt is voor de taken waarvoor hij/zij komt. En het leukste is om ze op een plek te krijgen waar ze kunnen opbloeien en groeien.”

 

Wat is de reden dat je vrijwilligerswerk bent gaan doen?

Elly: “Het contact met mensen, buiten je eigen familie en vriendenkring om.

“Ik kom zelf uit de zorg, daar kwam ik heel veel verschillende mensen tegen. Dat zijn veel verschillende contacten die dan niet langdurig zijn, maar je wel alert en creatief houden. Je bent toch steeds bezig met a la minute oplossingen zoeken voor problemen en dingen regelen.

“Nu ik met pensioen ben wil ik wel actief blijven. Een kopje koffie met een vriendin blijft altijd een soort van hetzelfde. En door mijn vrijwilligerswerk kom ik ook andere mensen en situaties tegen, andere ideeën, andere problemen, die mij creatief en alert houden.”

Margret: “Ja, precies. Je denkvermogen blijft, je radartjes blijven draaien. Ook ik had voorheen veel verschillende contacten, ik werkte in de reisbranche. En op dat punt vullen wij [Elly en Margret] elkaar heel goed aan, omdat Elly de zorg-tak heel goed kent en ik het administratieve stuk veel meer in de vingers heb vanuit haar ervaring in de reisbranche. We hebben beiden vroeger ook veel met vrijwilligers gewerkt, veel verhalen te horen gekregen.”

 

Wat is de leukste herinnering die jullie ooit hebben meegemaakt hier?

Elly: “Er zijn veel leuke herinneringen….Mensen die door ervaringen met vrijwilligerswerk hun zelfvertrouwen weer opbouwen en weer durven te solliciteren. En menigeen zien we dan ook op via deze opstap een vaste baan krijgen. Een ander verhaal waaruit blijkt dat we soms nog meer voor mensen kunnen betekenen als waar ze in eerste instantie om vragen:

“Een jonge persoon die binnenkomt die vervroegd de school heeft verlaten, instabiele thuissituatie, en die dan komt vragen naar vrijwilligerswerk. We merken tijdens de gesprekken, dat er meer ondersteuning nodig is. Conclusie uit onze gezamenlijke gesprekken en acties was, dat het beter voor deze persoon zou zijn om hem eerst via het maatschappelijk werk naar Perron 045 te bemiddelen. Daar worden jongeren die dreigen te ontsporen gecoacht om hun leven op de rit te krijgen.

“Uiteindelijk is betrokken persoon weer bij ons terugkomen voor vrijwilligerswerk en is toen wel op een hele goede plek geplaatst. En dat zegt zo iemand: ‘Zonder jullie was ik nooit zover gekomen….’.”

Margret: “Je ziet ze opbloeien. De eerste stap, hier binnen komen is vaak al een eerste drempel en het is positief als dat al lukt. Dat vertellen we ze ook. De vrijwilliger mag zichzelf zijn en niets moet. We lachen samen en soms huilen we samen, maar daar komen vaak mooie dingen uit. Mensen die letterlijk bevroren binnenkomen en na vijf minuten helemaal ontspannen zijn, dat vind ik heel mooi.”

Elly: “Ons werk lijkt soms heel administratief, maar zonder dat stuk mensenkennis red je het niet.

“Er zit zoveel meer achter. En dat stukje is het leuke ervan. Daar krijg je de voldoening uit.

“En dat geldt eigenlijk voor alle vrijwilligerswerk. Je gaat niet alleen koffie schenken bij oudere mensen, je krijgt zoveel terug. Contact, gezelligheid, dankbaarheid. Je bent ergens welkom, je wordt gezien en gehoord en gewaardeerd.

“Vrijwilligerswerk is niet vrijblijvend, er wordt wel op je gerekend, je telt mee.’’

Margret: “Er wordt ook veel minder druk uitgeoefend op een vrijwilliger dan in een baan.

“Wanneer je ergens werkzaam bent, kan het gevoel ontstaan dat er niet thuishoort. Het is dan veel makkelijker voor een vrijwilliger om te stoppen. Bij een vaste baan kun je niet zomaar stoppen, je hangt toch aan een contract vast. Dat stukje ontspannen bezig zijn, dat geeft voor vrijwilligers vaak net de mogelijkheid om zich te ontplooien en te groeien. En ook vaak als eerste opstap weer naar weer een baan. Mensen die uit een burn-out komen bijvoorbeeld. Dan is beginnen met een klein stukje vrijwilligerswerk, een paar uurtjes per dag, goed om mee op te bouwen. Dat helpt ze vaak weer om later weer langzaam in een reguliere baan terug te keren.”

 

Hebben jullie nog tips voor mensen die nog aan het twijfelen zijn om vrijwilligerswerk te gaan doen?

Elly: “Gewoon komen praten. Maak een afspraak of loop binnen, het is altijd vrijblijvend en er is minstens een kop koffie. Ook als je bij ons komt, er moet niets. Je kunt gewoon binnen komen om te informeren wat vrijwilligerswerk inhoudt, wat je je erbij moet voorstellen, welke mogelijkheden er zijn en we zien wel waar we op uit komen.”

Margret: “Alles is op vrijwillige basis. Als je tijdens of na het gesprek denkt: ‘dit is het toch niet’, dan even goede vrienden. Je zit nergens aan vast.”

 

Vrijwilligersblog 3: Vrijwilligerswerk is er in alle vormen en maten!

Het verhaal van Cyril en Bjarne….
En onze eigen Omar!

 

Vrijwilligerswerk is er in vele soorten en maten… van korte duur, van lange duur, vaste dagen of één actie per jaar. Zo bespreken we hier een vrijwillige actie die is uitgevoerd door Cyril en Bjarne, twee jongens uit Brunssum. In ons gesprek vertellen zij hoe ze tijdens de Pasen een te gekke – en vrijwillige – actie hebben uitgevoerd voor hun medebewoners in Brunssum! Hierbij zijn ze ook op pad gegaan met twee wethouders van Brunssum: Jo Mertens en Servie L’Espoir.

En onze eigen jeugdwerker Omar Nouri, die met o.a. Cyril en Bjarne de actie heeft opgezet, sloot ook aan om mee te kletsen!

 

Jullie hebben een tijdje terug een vrijwillige actie uitgevoerd tijdens de Pasen, willen jullie ons en de lezers daar iets over vertellen?

Cyril: “We hebben een actie met Omar Nouri (Jeugdwerker CMWW) en Yvonne Boekhorst (vrijwilligster) ondernomen om de ouderen in een seniorencomplex een bijdrage te leveren door een paasmandje aan de deur te brengen. Om de eenzaamheid een beetje weg te nemen en om iets goeds te doen voor de ouderen, eigenlijk. Ze krijgen al weinig tot geen bezoek nu, dan is het toch fijn om een beetje contact te krijgen met andere mensen.”

Bjarne: “Ja. Een bijdrage in deze verschrikkelijke tijd.”

                                                             

En op welke manier hebben jullie dat gedaan?

Cyril: “We zijn langs de deuren geweest en daar hebben we een mandje met allerlei lekkere dingen en een kaartje van CMWW en Weller langsbracht bij de mensen thuis. Eén mevrouw was heel erg ontroerd. Ze was heel erg onder de indruk en vond het heel leuk. Sommigen waren wat angstig op het begin, ze dachten van ‘waarom kom je aan mijn deur?’ Dus we vertelden waarvoor we kwamen en gaven het af. De meesten vonden het allemaal leuk.”

Omar: “Er waren verschillende reacties, hè. Iemand vroeg ‘wat kost het?’ of ‘mag ik iets eruit kiezen?’ en dan verbaasd zijn dat het hele mandje voor hen is. Sommigen waren aan het huilen, bijvoorbeeld. Wat deed dat met jou, Cyril?”

Cyril: “Ja, dat geeft je een goed gevoel. Je doet iets heel kleins, kost je helemaal geen moeite, maar voor iemand die daar zo zit is gewoon de rest van de week helemaal goedgemaakt door zo’n klein gebaar. Ze was ons heel dankbaar. Tranen in de ogen. En Bjarne had ook een aparte ervaring.”

Bjarne: “Iemand sloeg de deur dicht.”

Omar: “Ja, dat. Opeens staat een jonge jongen aan de deur, met een mandje, wat komt die doen? En je leert toch vaker van ‘niet zomaar de deur open maken’. Bij zo’n reactie dan vraag je je af, ‘heb ik iets fout gedaan?’ Maar je had het mooi opgelost.”

Bjarne: “Ik heb het mandje voor de deur gezet, dan krijgen ze het alsnog. En sommige mensen hadden ook hele leuke reacties. Daar doe je het dan voor. Ik vond het echt heel leuk. Eigenlijk zou iemand anders meedoen in plaats van mij, maar die kon niet, dus kon ik mee gaan.”

Omar: “Ja, die had symptomen van Corona, dus hebben we gezegd blijf maar thuis. Ja, en wat moeten we nu doen? Toen kwam ik Bjarne tegen in het skatepark die middag en heb ik hem gevraagd of hij mee wilde doen. En dat wilde hij.”

 

Wat was de grootste motivatie om de paasactie te doen?

Cyril: “Omar.”

Omar: “Haha. Ja, Cyril heeft al eerder met ons samen gewerkt met de voedselpakketten, hij vindt dat leuk en belangrijk om te doen voor mensen die het nodig hebben. Bjarne ging voor de eerste keer mee, en hij zegt nu tegen me van ‘bel me maar vaker voor dit soort activiteiten’. Op deze manier krijgen ze een kans, en zien ze hoe leuk het kan zijn om iets voor anderen te doen. Je ziet je eigen kwaliteiten; Bjarne was zo creatief met de persoon die de deur dicht deed. Hij zette het gewoon voor de deur, zo van, respect dat je dit niet fijn vindt, maar je verdient het mandje wel.”

Bjarne: “Ja, sommigen zullen slechte ervaringen hebben met dit soort dingen. Dus dat respecteer ik dan ook.”

Omar: “Ook leuk hoe je het gesprek aan ging hierdoor met sommige mensen. Zoals die ene persoon die met je wilde kletsen. Daar hebben we ook een leuke foto van.”

 

Is er een moment of gebeurtenis van deze dag die voor jou veel betekent?

Bjarne: “Die man, ja. Hij zat in een rolstoel, en vertelde dat hij het best zwaar had in deze tijd. Hij kan niet zo maar even gaan wandelen voor wat rust te pakken. Dat raakte me wel.”

Cyril: “Je voelt de vreugde van de mensen, dat geeft een goed gevoel. Voor jezelf is het een doodnormale dag, maar zij fleuren helemaal op omdat je ze even iets komt brengen.”

 

Hoe zijn jullie eigenlijk op het idee gekomen voor de Paasactie?

Omar: “Met Yvonne heb ik vorig jaar ook al vaker activiteiten gedaan voor de mensen. En dit jaar met Passen wilden wij ook iets betekenen voor oudere, eenzame mensen. Bijna niemand komt bij je aan de deur tegenwoordig. Dus we bedachten een paasmandje dat de jongeren konden afgeven. Zo van ‘er zijn jongeren die ook aan ons denken’. Dus we gingen partners zoeken om samen mee te werken. Maar we hadden niet verwacht wie er allemaal gingen meewerken. Partners, sponsoren.”

 

Jullie hadden ook sponsoren?

Omar: “Lokale ondernemers en ketens, ja. De Lidl sponsorde producten, Voncken sponsorde cupcakes, een boer die eieren sponsorde. Ook dat lokale instanties zoals Weller en de gemeente zó actief mee wilden doen. Hadden we niet verwacht, dat het zo’n succes ging worden. We hadden zelfs twee wethouders die mee kwamen lopen.”

 

Hoe was dat, om met de wethouders op pad te gaan?

Cyril:  “Ik ging met Servie L’Espoir. Ik heb al eens eerder met hem gewerkt, toen we voedselpakketten rondbrachten vorig jaar aan het begin van de Coronacrisis. Leuke man, beetje gek, daar houd ik wel van.”

Bjarne: “Ik vond het wel even raar. Ik had dit nog nooit gedaan, dus. Maar naderhand was het echt heel leuk en je kon wel lol met ze hebben.”

“Op deze manier krijgen ze een kans, en zien ze hoe leuk het kan zijn om iets voor anderen te doen. Je ziet je eigen kwaliteiten.”

 

Zou je zo’n activiteit nog eens doen? Of vaker?

Cyril: “Ja, zeker weten.”

Bjarne: “Ja!”

 

Vrijwilligersblog 4: Vrijwilligerswerk bij Cicero Zorggroep

Het verhaal van Lea

 

Een post met een wel heel bijzonder verhaal: het verhaal van Lea van Schijndel. Lea is al jaren actief als vrijwilligster bij Cicero Zorggroep op de palliatieve afdeling. Ze helpt en zorgt voor mensen in hun laatste levensfase en doet dit met ontzettend veel plezier en kracht.

 

Lea, kun je ons vertellen wat voor vrijwilligerswerk je precies doet bij Cicero?

Lea: “Eigenlijk werk ik hoofdzakelijk op de palliatieve afdeling van Cicero Zorghuis. Daar help ik mensen met allerlei dingentjes eigenlijk, zoals het brengen van een extra kopje koffie of het maken van een praatje. Zowel in goede als in slechte tijden. Ik ben er voor de mensen en ook voor hun familie natuurlijk. Kinderen en kleinkinderen, iedereen. En dat maakt het heel bijzonder.

“Er komt best veel bij kijken, maar dat ligt ook gewoon aan jezelf. Er is altijd wel werk hier, vooral op de palliatieve afdeling. En als het rustig is op die afdeling, dan zwerf ik door het hele huis heen. Zo kan ik ook uithelpen op andere afdelingen waar cliënten tijdelijk verblijven en/of revalideren. Er is altijd wel iets te doen voor me om de mensen te helpen.” Judith: “Cicero Zorghuis is op dat punt ook erg dynamisch. We hebben de palliatieve zorg, maar ook vaste bewoners en ook nog de revalidatie. Dus mensen die ook weer op de been komen en naar huis mogen. Dat zijn echt twee tegenovergestelde werelden, de revalidatie en palliatieve zorg. Het is hier echt een komen en gaan. En dat maakt dat je in de ene kamer zegt: ‘Alles mag, rustig aan, wat wil je zelf nog?’, lekker de mensen nog verwennen op hun laatste dagen.  En in de andere kamer zeg je juist, ‘Nou, dat kun je best nog zelf doen. Even oefenen nog!’.”

 

En wat voor taken doe je dan op een dag allemaal?

Lea: “Heel veel. Dit wordt voornamelijk bepaald door de wensen van de mensen, die zijn heel belangrijk. Als ze iets willen wat niet in huis is, dan gaan we het even halen. Zo makkelijk is het. Bijvoorbeeld pudding of wat lekkers ofzo. We doen er alles aan om het zo aangenaam mogelijk te maken voor de cliënt.

“Het zijn soms hele kleine dingen waar een ander van zou denken ‘pfft’. Je gaat dan bijvoorbeeld voor iemand een potje augurken halen. Dat is voor mij een kleine moeite. Maar dan komt het voor dat de cliënt het dan eigenlijk toch niet meer kan verdragen. Dan zegt hij:  ‘Sorry, het gaat toch niet, maar ik had er juist zo’n zin in.’ Dan gaat het erom dat de cliënt het toch heeft gekregen, want dat is al fijn. Luisteren naar wat de mensen nog willen dat is wel het belangrijkste. En vaak is dat goed te realiseren.

“Ik help ook met de avondronde van het eten. Dan gaan we met een kar rond, die volgestapeld is met lekkere dingen. Natuurlijk mogen we dan de pudding en appelmoes absoluut niet vergeten! En als iemand dan wat hulp nodig heeft met het eten, dan help je iemand even.”

 

Wat is de reden dat je vrijwilligerswerk bent gaan doen?

Lea: “Nou, ik ben 12 jaar geleden weduwe geworden. Ik heb voor mijn eigen man gezorgd toen hij ziek was, en heb daarna zelf veel operaties gehad. Op een dag, kwam ik een oude bekende tegen die bij de Heemhof werkte. Toen zijn we een kopje koffie gaan drinken en aan de praat geraakt. Ik werkte toen niet, en zij zei: ‘Kom bij ons vrijwilligerswerk doen. Pak je agenda, dan maken we een afspraak.’ Nou ik was wel een beetje afhoudend, hè. Ik wist niet of ik dat soort werk leuk zou vinden. Maar ik zeg: ‘Is goed, ik kom wel.’ Dus ik ging erheen en ik liep naar binnen en dat gevoel… ja dat kan ik niet beschrijven. Ik voelde me daar zó goed bij.

“Toen ben ik eigenlijk heel vlug daar begonnen. Ik had wat vaste dagen, en voor de rest kon ik gewoon binnenlopen en kijken of ik nog kon helpen ergens. En dat is hier ook, nu de palliatieve zorg van Heemhof is verhuisd naar Cicero Zorghuis. Ik ben een beetje blijven plakken bij het vrijwilligerswerk dat ik leuk vind. Maar ik zou ook niets anders willen. Ik zou het nergens voor willen opgeven. Dit is 200% mijn ding.”


Het lijkt me ook wel zwaar werk soms, niet?

Lea: “Dat ligt aan de situatie. Op de ene kamer kom je en daar kun je lachen en gek doen. Soms dan zijn het mensen die heel erg ziek zijn, en die maken toch nog grapjes en kunnen dan nog wel eens verrassend uit de hoek komen.

“Het komt vaak voor dat mensen hier binnen komen wanneer ze zich nog redelijk goed voelen, en dan gaan ze langzaam achteruit. Daar ga je met de zorg in mee dan. Je hebt de goede momenten, met samen lachen en kopjes koffie, en je hebt momenten dan willen ze gewoon dat er iemand naast ze zit in alle stilte. Gewoon daar zijn voor iemand. Dan vinden ze dat prima. Het zijn vaak de hele kleine dingen. Zo is er is bijvoorbeeld een mevrouw, daar ga ik altijd om acht uur ’s avonds nog even een banaan brengen. Daar ligt ze dan echt op te wachten. Dan kan ze rustig de nacht in, heeft ze genoeg gegeten.

“En soms kun je voor de cliënt niet veel meer doen. Dan zit daar al alle verzorging bovenop. Maar dan is daar wel een partner of familie die wat extra aandacht nodig heeft. Dat extra kopje koffie of praatje. Dat maakt het altijd heel leuk hier. Iedere dag is een uitdaging want het is altijd anders. Het is geen dag hetzelfde.”

 

Is er iets dat je ook echt geleerd hebt van het vrijwilligerswerk hier?

Lea: “Het is natuurlijk even wennen om met de mensen van de palliatieve afdeling in aanraking te komen, op het begin denk je ‘Oh, al die mensen gaan hier dood’ en dat maak je in al die jaren ook veel mee. Maar je leert er echt goed mee omgaan. Het is zo bijzonder dat je erbij mag zijn, met hun families.  Alle mensen zijn anders en daar handel je ook naar. Hoe je met ze omgaat. Je komt dichtbij, maar houdt op een bepaalde manier ook afstand.”

 

Wat is het leukste dat je hebt meegemaakt binnen je vrijwilligerswerk hier?

Lea: “Het leukste verhaal vind ik nog steeds dat iemand tegen me zei ‘Ik wil een kroket.’ Nou, is goed. Het was negen uur ’s avonds, ik had de jas al aan om naar huis te gaan en ik hoorde dat. Nou, frietenpan aan en bakken maar. ‘Ga je dat echt nog doen?’ vroeg hij. ‘Ja, ja,’ zei ik.

“Ik moet wel een spuugbakje en servetje erbij hebben, ik mag het niet af slikken.’ Nou, dat regelen we dan ook. Hij wilde gewoon de smaak nog een keer ervaren. En ja, op een palliatieve afdeling dan ga je dat doen. Dan zie je iemand zó genieten. En wat dan door je heen gaat, dat kan ik niet beschrijven. De dag erop wilt hij het dan nog eens. Dus dan doe je dat gewoon nog een keer.

“Stel je doet het niet. Als ik dan naar huis ga en de persoon is er morgen niet meer, dan zou ik me zo schuldig voelen. Wat is voor mij een kwartiertje later naar huis gaan? Verplaats je eens dat je daar in bed ligt en zo afhankelijk bent tot iemand komt. Daarom loop ik vaak ook naar binnen op kamers waarvan ik weet dat die mensen het niet meer kunnen.”

Judith: “Het is ook wel bijzonder dat als je hier voor het gebouw staat, dan weet je dit helemaal niet. Mensen kunnen zich niet altijd voorstellen wat het vrijwilligerswerk inhoudt. Op de palliatieve afdeling, maar ook ouderenzorg algemeen. Terwijl er zoveel mogelijk is om te doen bij ons. Zoveel mooie dingen.”

Lea: “Ik zeg altijd achter die gesloten deuren, achter die klapdeuren, daar is het leven. Je ziet mensen die binnenkomen om te revalideren gewoon vooruitgaan. Van binnenkomen in een rolstoel tot lopen met een stok. Dat is altijd heel mooi.

“Al komt het ook wel eens voor dat iemand van de palliatieve afdeling ook nog goed genoeg is om toch weer naar huis te gaan. Zo hadden we een mevrouw in Heemhof waarvan wij dachten, nou die heeft nog maar een paar weken. De familie dacht dat ook. Maar zij is uiteindelijk nog naar een zorgcentrum van Cicero gegaan en heeft daar nog drie jaar in de cliëntenraad gezeten! Die mevrouw was ruim 80 jaar. Drie jaar erbij gekregen nog.”

 

Met hoeveel vrijwilligers zijn jullie ongeveer?

Judith: “Nou we hebben bij Cicero Zorghuis momenteel 18 vrijwilligers voor het hele gebouw. Maar er is behoefte aan zeven dagen in de week, ook de avonden, dat mensen kunnen helpen. Maar je merkt dat de weekenden en avonden lastig in te vullen zijn. Mensen hebben een baan, familie, andere taken in het leven. Het liefste willen we 24u per dag vrijwilligers hebben voor de mensen hier. En dat is wel lastig soms, ja.”

 

Laatste vraag: wat zou je mensen aanraden die nog twijfelen om vrijwilligerswerk te doen?

“Ga een keertje meelopen! Kom gewoon een keertje kijken en zie wat er allemaal gebeurt. Het gevoel moet bij jezelf liggen. Maar als je er voor openstaat, voor dit soort werk, ja, dan kun je er echt iets uithalen. Al die verschillende mensen en verschillende families, dat geeft je een mooie uitdaging.”

 

Vrijwilligersblog 5: Vrijwilligerswerk bij bewonersvereniging de Baenje en de Maer

Het verhaal Kitty en Marjo

 

Wat houdt jullie vrijwilligerswerk in bij de Bewonersvereniging?

Kitty: “We proberen het vooral leuk en gezellig te maken voor de bewoners, en dingen te organiseren om de mensen bij elkaar te brengen. Er zijn 96 woningen van de Baenje en de Maer samen, en momenteel 48 mensen zijn lid van de vereniging.

“Zo is er hier doordeweeks elke dag koffie drinken, sommige dagen in de ochtend en sommige dagen in de middag. Verder is er twee avonden in de week kaarten. Het zijn niet veel mensen die daarheen komen, maar de mensen die komen, vinden het wel leuk en doe je een plezier ermee.”

Marjo: “Woensdagavond is er altijd het sjoelen.”

Kitty: “Ja, daar komen wel wat meer mensen naar toe. Wat doen we nog? We organiseren van alles. Toen de Corona-maatregelen versoepelden hebben we een feestmiddag voor iedereen gehouden. Laatst nog een tapasmiddag, met allerlei zelfgemaakte hapjes. Ook organiseren wij één keer per maand een lunch, die bereiden en koken Marjo en ik zelf. Die activiteit is voor maximaal 15 personen en over het algemeen zit dat ook altijd goed vol. Bij de lunch is het is natuurlijk altijd even aftasten wat mensen lekker vinden en waar ze voor willen komen.”

Marjo: “Mensen hebben het liefste bekende kost, zoals zuurkool met spek bijvoorbeeld.”

Kitty: “Wat nog? We doen vaak iets voor de feestdagen. Zoals Sinterklaas, dan krijgen de leden een cadeautje vanuit de vereniging. Vroeger hielden we een Sinterklaasochtend, maar door Corona ging dat even niet. Tja, dan komt Sint gewoon aan de deur, hè. Ook met Pasen en Carnaval hebben we het afgelopen jaar pakketjes bij de leden aan huis gebracht in plaats van de activiteiten te organiseren. Tijdens Carnaval brachten we bijvoorbeeld voor ieder lid een nonnevot en een borreltje, met confetti natuurlijk.”

Marjo: “De Dierenbescherming is eens geweest, toen heb ik nog een slang om mijn nek gehad! En we hebben eens een huifkartocht gedaan, dat was ook leuk.”

Kitty: “Ja! Met de huifkar naar Schinveld, naar het zweefvliegveld. Ja, dat was leuk, we hadden een paar flessen Limoncello mee en wat plastic bekertjes, en dan krijg je wel een lollige middag samen.”

Marjo: “Bloemschikken hebben we wel eens gedaan.”

Kitty: “Met het oude bestuur inderdaad. We hebben sinds vorig jaar september een nieuw bestuur, doordat de vorige voorzitter toen is afgetreden. En met een nieuw bestuur loop je toch nog wel eens tegen dingen aan zoals, ‘Zo deden we dat vroeger’, maar wij willen juist proberen een beetje vernieuwend te zijn. We houden ook wel activiteiten aan natuurlijk die goed gingen en de mensen heel leuk vonden, maar we hebben ook onze eigen ideeën.”

 

Hoe zijn jullie bij het vrijwilligerswerk van de vereniging terecht gekomen?

Marjo: “Via de consumentenwijzer, in 2016. ‘De Baenje zoekt vrijwilligers, gastheer of gastvrouw voor de koffie’ of zoiets stond er toen in. En ik dacht, ‘Ga eens kijken’. Toen was er nog Samen Eten, daarvoor vroegen ze iemand om mee te helpen. En van het een komt het ander, hè, en pak je andere dingen op. Maar ik vind het nog altijd leuk.”

Kitty: “Ik ben heel lang mantelzorger geweest voor mijn moeder. En toen zij is overleden, tja, dan val je in een gat, hè. Een van de bewoners heeft me toen eens gevraagd van ‘Heb je dan geen zin om heir als vrijwilliger te komen helpen?’. Daar was ik wel even over aan het twijfelen, maar toen ben ik toch eens komen praten met de vereniging en leek het me toch wel leuk. En sindsdien ben ik er nog steeds!”

 

En nu zijn jullie zelfs de voorzitters van de vereniging!

Beide: “Ja, haha!”

Kitty: “Nu hebben we een titel! Ja, destijds trad de oude voorzitter af en iemand moet het dan overnemen. Ik heb er lang over getwijfeld, en toen heb ik gezegd: ‘Ik wil het wel doen, maar niet alleen.’. En zodoende doe ik het samen met Marjo en dat gaat goed. We hebben samen altijd leuke ideeën. We vullen elkaar goed aan. Marjo remt mij ook wel eens, dat is ook fijn.”

Marjo: “Dan zeg ik: ‘Kitty, even dimmen’. Niet dat ze altijd luistert!”

 

Uit hoeveel vrijwilligers bestaat de vereniging nu?

Marjo: “We zijn met acht vrijwilligers nu.”

Kitty: “Eén vrijwilligster van ons is komen te overlijden pas geleden. Dat was een schok voor ons team. Toen waren we nog maar met zes vrijwilligers en dat was een probleem, en we moesten wel even schipperen om alles te kunnen blijven doen voor de vereniging.

“Gelukkig hebben we er sinds vorige week een vrijwilligster én een inval-vrijwilligster bij. Een fijne groep. Maar dient zich nog iemand aan, kunnen we natuurlijk altijd kijken voor een plekje. Liever te veel dan te weinig!”

 

Wat halen jullie zelf uit het vrijwilligerswerk?

Kitty: “Ja, ik heb er altijd veel plezier van. We zitten soms ’s avonds nog wel eens om tien uur te appen over ideeën. Het houdt je echt bezig. Altijd zit er in je achterhoofd van, ‘O, zou dat niet leuk zijn voor in de Baenje?”

 

Als iemand nog twijfels heeft om vrijwilligerswerk te gaan doen, wat zou je als advies geven?

Kitty: “Ik zou zeggen, het is een verrijking van je leven. Het is gewoon leuk om vrijwilligerswerk te doen, vind ik. En je kan iets voor een ander betekenen. Zo. Hebben we hebben pas een nieuwe vrijwilligster die de koffiemiddagen doet. En zij zei tegen me ‘Er waren maar vier mensen dit keer’. Maar ja, die vier mensen heb je in ieder geval een leuke middag bezorgd. Je moet juist het positieve ervan inzien. Die paar mensen hebben een leuke middag gehad, en jij hebt daarmee geholpen.”

Marjo: “Het moet je ook liggen he, het vrijwilligerswerk. Ik zou ook niet alle soorten vrijwilligerswerk doen. Het moet ook bij je passen. Ik zeg, probeer het gewoon. Bevalt het niet, dan niet.”